Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Gemeentebestuur van Jutphaas 1814-1929

1602 Gemeentebestuur van Jutphaas 1814-1929

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het gemeentebestuur
Vooraf
De periode vóór 1795
1602 Gemeentebestuur van Jutphaas 1814-1929
Inleiding
Geschiedenis van het gemeentebestuur
De periode vóór 1795
Tijdens het Ancien Régime waren er op het gebied van de latere gemeente Jutphaas 5 gerechten:
Utrecht
- Het Nedereinde van Jutphaas (1).
- Het Overeinde van Jutphaas (2)
- Rijnhuizen (3)
- Het Gein (4)
- Oost-Raven (= Hoog- en Laag-Raven) (5), en West-Raven.
De kern van de latere gemeente werd gevormd door de heerlijkheden het Nedereind en het Overeind van Jutphaas. Hiervan was het Nedereind qua oppervlakte en inwonertal veruit het belangrijkste. Het dorp Jutphaas lag in het Nedereind: enkele tientallen huizen langs de Vaartse Rijn, waarlangs tevens de weg naar Utrecht liep, en een aantal huizen gegroepeerd rond het Kerkveld, met zoals uit de naam blijkt de kerk, enkele honderden meters ten westen van de Vaartse Rijn aan de Nedereindse weg.
In 1608 komt de heerlijkheid het Overeinde door koop in handen van een telg van het geslacht de Malapert. Verkoopster was Wilhelmina van Riebeeck, nicht en erfgename van Johanna van Rijn (ovl. 1607). Bij deze transactie werd Rijnhuizen van het Overeinde afgezonderd, om sindsdien een zelfstandig gerecht te vormen *  . In 1622 verwierven de Malaperts ook de heerlijkheid het Nedereinde van Jutphaas *  .Sinds die datum waren beide heerlijkheden in één hand verenigd, m.u.v. 1688-1691. Formeel gezien waren ze echter geen eenheid, omdat ze door verschillende instanties in leen werden gehouden. Het Overeinde door het Huis van Loenersloot *  , en het Nedereinde door de Staten van Utrecht *  . Beide heerlijkheden hadden eigen schepenen, maar een gemeenschappelijke secretaris en schout *  . De ambachtsheer van Jutphaas stelde deze personen aan, maar ook nog b.v. de gerechtsbode, de schoolmeester/koster, de beurtschipper, en de turfvulster *  .
De schout oefende tevens het ambt van gadermeester uit *  Schout, secretaris, en de zgn. "kleine bedieningen" betaalden voor het uitoefenen van hun ambt zgn. recognitiegelden, ofwel jaarlijks, ofwel ineens te voldoen aan de ambachtsheer *  . De ambten van schout/gadermeester en secretaris waren in feite afgeleid van het ambachtsheerschap. In principe kon de ambachtsheer deze ambten ook zelf uitoefenen, hetgeen in sommige gerechten in de provincie ook gebeurde *  . Op 28 jan. 1686 stelden de Staten van Utrecht een Generale Ordonnantie vast *  m.b.t. heffing en invordering van belastingen, waarbij ook taak, werkwijze en diverse emolumenten hierbij van schout, gadermeester en secretaris uitvoerig worden geregeld. Deze ordonnantie bleef geldig tot 1795, maar ten dele ook nog daarna. Voor 1795 waren de plattelandsgerechten niet vertegenwoordigd in de Staten van Utrecht. Zij werden geacht vertegenwoordigd te zijn door de Ridderschap. Van oudsher vielen de gerechten ( behalve Rijnhuizen) samen met het gebied van de gelijknamige polders. Behalve dat de belastingheffingen van beide eenheden vaak moeilijk te scheiden waren (binnenlandse lasten, dorps- of buurlasten), was de personele bezetting van gerechten en polders dikwijls identiek.
De periode 1795-1798
De periode 1798-1801
De periode 1801-1805
De periode 1805-1806
De periode 1806-1810
De periode 1810-1813
De periode 1813-1848
De grondwet van 1848 en de gemeentewet van 1851
De periode na 1851
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Literatuur
N.B. De Historische Kring zal herfst 1983 een boekje doen verschijnen m.b.t. de geschiedenis van Jutphaas.Dezelfde vereniging geeft een per kwartaal verschijnend blad uit onder de naam: "Cronyck de Geyn".
Addendum
Addendum (2)
Inventaris
Bijlagen
1. Lijsten van burgemeesters, secretarissen, ontvangers over 1814-1971
2. Akten, opgenomen in de correspondentie over 1814-1909
N.B. Deze bijlage geeft een overzicht van acten, welke opgenomen zijn in de correspondentie 1814-1909 (inv.nrs. 2116-2248). Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen soorten acten. Ook acten, welke geen betrekking hebben op gemeentelijk handelen worden vermeld.
3. Bouw- en hinderwetvergunningen, 1 september 1849-30 maart 1927
N.B. De gegevens in deze bijlage zijn opgenomen onder inv.nrs. 3893-a t/m 3893-h in de inventaris..
4. Nadere toegang op de Bekendmakingen in inv.nrs. 2032 en 2033
5. Nadere toegang op de Bekendmakingen in inv.nr. 2035
6. Nadere toegang op kaarten en tekeningen
N.B. Vervaardigd in 1994 door C.J.H.M. van der Panne-Van Deuren. De op de tekeningen gebruikte namen voor gebouwen, wegen en waterwegen zijn, voor zover deze tegenwoordig niet meer gebruikt worden, tussen haakjes geplaatst en vervangen door de huidige namen, bv.:
- Rond het Fort en de Malapertweg (de Overeindsche Weg)
- het Merwedekanaal (de Vaartsche Rijn)
De beschrijvingen van tekeningen met bijzondere objecten of met de door de gemeente Utrecht in 1896 en 1954 geannexeerde gebieden, zijn zo nodig voorzien van een aparte toelichting, bv.:
- met het voormalig fort Jutphaas, thans een wijnhandel
- met de Vaartsche Rijn, gemeente Utrecht
De kaarten en tekeningen zijn chronologisch gerangschikt. Vóór de beschrijving is het inventarisnummer gezet waar de betreffende kaart of tekening in opgenomen is.
7. Overzicht van elders berustende archieven, betrekking hebbende op het gebied van de voormalige gemeente Jutphaas
N.B. Gegevens hiervoor zijn ontleend aan de gids voor de zuid-west Utrechtse archieven, samengesteld door F.R. Biesta en J.G.M. Boon, Benschop 1978
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1814-1929
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het gemeentebestuur van Jutphaas 1814-1929
Auteur:
C.G.M. Noordam
Datering toegang:
1983
Datering bewerking:
2011, 2019
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Fonds:
Gemeente Nieuwegein (oorspr. toegangsnr. 07)
Plaatsnaam:
Jutphaas
Nadere toegangen:
C.G.M. Noordam,Nadere toegang op het archief van Jutphaas 1910-1929, inventarisnummers 2295-2386 en 2420-2736 (1985) en B. Duinsbergen, Nadere toegang op het archief van Jutphaas, raadsnotulen 1929-1932 (1988)
Omvang:
38 m
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen