Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Familie De Malapert

204 Familie De Malapert

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Familie De Malapert
De tak van Nicolaas Malapert
De tak van Louis Malapert, later De Malapert van Jutphaas
De heerlijkheden Over- en Neder-Jutphaas
De familie de Malapert van Jutphaas in de 18e eeuw
204 Familie De Malapert
Inleiding
De familie de Malapert van Jutphaas in de 18e eeuw
Door het bezit van de heerlijkheden Jutphaas had de familie de Malapert grote belangen in de provincie, waar zij sedert het midden der 17-de eeuw tot de aanzienlijke geslachten behoorde, zowel krachtens eigen afstamming (in de franse stukken noemen zij zich steeds "gentilhomme") als door aanhuwelijking. In de 18-de eeuw staat deze tak van de Malaperts op het hoogtepunt van haar aanzien. Dan heeft een nieuwe verbintenis met de Godins plaats: door het huwelijk van Pieter de Malapert (1655-1738) met Susanna Godin(1681-1713), erfdochter van Jacob Louis Godin, heer van Boelestein en Maarssenbroek, in 1704 komen ook deze ridderhofstad en ambachtsheerlijkheid in het bezit van de familie de Malapert. In 1738 werden de bezittingen verdeeld onder de drie kinderen uit dit huwelijk, waarbij Louis (1708-1782) Jutphaas kroeg, Jacob (1711-1782) de ridderhofstad Boelestein en Maria (1709-1746) de heerlijkheid Maarssenbroek, Boelestein en Maarssenbroek raakten echter weer uit de familie: Maarssenbroek door Maria's huwelijk met Joseph Elias v.d. Muelen, Boelestein doordat Jacob de Malapert ongehuwd overleed en zijn gezamenlijke erfgenamen de ridderhof stad toen verkochten aan Jan Carel Godin van Drakesteyn. Door het huwelijk van Louis de Malapert met Louise de Geer in 1739 en dat van zijn zuster Maria met Joseph Elias v.d. Muelen kwamen verbindingen met deze aanzienlijke geslachten tot stand, terwijl door het huwelijk van Charlotte de Geer (zuster van Louise) met Jan André v.d. Muelen (broeder van Joseph Elias) ook deze geslachten verbonden werden.
De volgende generaties geven nu telkens huwelijken tussen nakomelingen van Louis de Malapert met Louise de Geer en van Jan André v.d. Muelen met Charlotte de Geer (geneal. tab.) Na 1782 echter, het jaar waarin Louis en Jacob de Malapert beiden overleden, kwam vrij snel het einde voor de Jutphaasse Malaperts. Van Louis' beide zoons bleef namelijk Pieter (1740-1806, heer van Jutphaas) ongehuwd, terwijl Jan Jacob (1743-1816) uit zijn huwelijk met Isabella Sophia v.d. Muelen (1745-1781) slechts een dochter had: Jacqueline, daar zijn zoontje Jacques binnen het jaar was gestorven en zijn zoontje Louis op 15-jarige leeftijd. Behalve deze twee zoons had Louis de Malapert uit zijn eerste huwelijk met Louise de Geer nog drie dochters: Charlotta Hedwig Ulrica gehuwd met haar neef Jan Carel v.d. Muelen, Jacoba Cornelia gehuwd met Jan Pieter de Ridder en Susanna Maria gehuwd met de officier Jan Adriaan Balfour de Burleigh *  .
Uit zijn tweede huwelijk: met Engelbertha Elisabeth Godin, had Louis de Malapert slechts een dochter: Johanna Magdalena, die tegen de wil van haar vader huwde met Johan Kruger. Met het overlijden van Pieter de Malapert in 1806 is voor de familie de Malapert het einde als ambachtsheerlijk geslacht gekomen *  . Pieters gezamenlijke erfgenamen besloten om zowel het huis Plettenburg als de heerlijkheden Over- en Nedereind van Jutphaas te verkopen. Op de openbare verkoping door notaris W. Voorsteegh uit Utrecht op 1 October 1806 werd Barthold de Geer koper (samen met Izaak Schaly, dien hij echter nog in dezelfde maand uitkocht), waardoor de bezittingen dus overgaan in handen van de familie de Geer. Toen dan in 1816 Jan Jacob de Malapert overleed, was de familie in de mannelijke lijn uitgestorven. De enige nog in leven zijnde Nederlandse Malapert was toen nog Jan Jacobs dochter Jacqueline, sedert 1799 gehuwd met haar neef Jan Carel Jacob van Löben-Sels en woonachtig te Zutphen waar ook haar vader jarenlang had gewoond. (Hierbij wordt buiten beschouwing gelaten de in 1831 pas overleden Johanna Magdalena de Malapert. die sinds haar huwelijk beneden haar stand eigenlijk niet meer tot de familie werd gerekend.) Verspreide takken van het geslacht Malapert.
Enige.andere takken van het geslacht Malapert. afstammend van Michel Malapert en Catherine Heston (geneal. tab.) wier bestaan uit dit familie archief blijkt, zijn door geheel West-Europa verspreid. Zoals reeds eerder is vermeld, blijkt er ca. 1700 een tak in Gent te bestaan. Ook in Z-Duitsland wonen er o.a. in Frankfort a/d Main (zie de zelfstandige groep stukken Malapert/de la Bistrate, invent.no. 346 t/m 366) en verder een in de geslachten Neufville en von Bienenthal opgegane tak (invent. no 1 en 88). Tenslotte blijkt uit invent.no 12, dat in het midden der 17-de eeuw ook in Bazel een Malapert heeft gewoond.
Oorzaak van het vertrek van het geslacht uit Antwerpen
Financiële positie van het geslacht de Malapert van Jutphaas
De hoofdafdelingen van het archief met de genealogie v/h geslacht van Löben-Sels in de tweede hoofdafdeling
De grondslag voor de verdeling der stukken
Slotopmerkingen
Bijlage
Regesten
N.B. Deze lijst bevat alleen regesten van de archivalia van het geslacht van Löben Sels (2-de hoofdafdeling). Als terminus ante quem is aangenomen het jaar 1581, waarin of omstreeks hetwelk Pieter Sels, de stamvader van de Nederlandse Sels en (waaruit later de tak van Löben Sels), zich in Zutphen vestigde

Kenmerken

Datering:
1368-1816
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de familie De Malapert van Jutphaas en van archivalia van de familie Van Löben-Sels
Auteur:
B.N. Leverland
Datering toegang:
1963
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6,62 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden: