Bij publicatie van 26 april 1805 maakte het Staatsbewind van de Bataafse Republiek bekend, dat een staatsregeling was vastgesteld, die o.m. inhield, dat er een raadspensionaris van de republiek werd aangesteld *  . Verder werd bepaald, dat de republiek verdeeld bleef in 8 departementen *  . M.b.t. de gemeentebesturen werd bepaald: "iedere stad, district of dorp heeft zijn eigen gemeentebestuur, ingerigt op zoodanigen voet, als met de plaatselijke omstandigheden het meest overeenkomstig zal worden bevonden....." *  .Op 20 december hierop volgend verscheen een publicatie van H.H. vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest, houdende een reglement voor de gemeentebesturen *  . Dit reglement was vooral geënt op het stelsel van algemene belastingen, ingevoerd bij staatsbesluit van 12 juli 1805.Hierin werd bepaald dat alle plaatselijke belastingen, die met dat stelsel strijdig zouden zijn, zouden worden opgeheven *  .Het reglement bepaalde verder o.m., dat plaatsen met minder dan 2000 in w. bij voorkeur in dekking van plaatselijke uitgaven dienden te voorzien d.m.v. een jaarlijkse personele omslag *  . De gerechten/gemeenten rond Jutphaas bleven zelfstandig in deze periode, zoals al was bepaald door het genoemde departementaal besluit van 22 sept. 1802.