Het bestuur van de faculteit lag bij de vergadering van hoogleraren (zij vormden in feite de ŽfaculteitŽ); daarnaast was er een dagelijks bestuur. Onderwijs en onderzoek werden verricht in de instituten, klinieken en laboratoria.
In plaats van het instituut werd de vakgroep, met een eigen bestuur en raad, de eenheid van onderwijs en onderzoek. Binnen de faculteit Diergeneeskunde was het de bedoeling dat de vakgroepen aan het begin van het cursusjaar 1973/74 zouden gaan functioneren.