Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 3: stukken over ...

1007-3 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 3: stukken over afzonderlijke onderwerpen met classificatienummers

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de organisatie
Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
Archiefvorming
1007-3 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 3: stukken over afzonderlijke onderwerpen met classificatienummers
Inleiding
Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
Archiefvorming
In de eerste periode zijn de ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken van de burgemeester, B & W en de gemeenteraad doorgaans als bijlagen toegevoegd aan de besluiten van deze colleges. Deze 'notulen' bestaan uit een serie besluiten per vergaderdag, onder vermelding van de ingekomen stukken naar aanleiding waarvan een besluit werd genomen en de uitgaande stukken die op grond van een genomen besluit werden opgemaakt. Deze stukken zijn per periode (jaar, enkele maanden, maand) doorlopend genummerd en bij elkaar achter de notulen gevoegd. De nummers verwijzen naar de plaatsen in de notulen waar naar deze stukken wordt verwezen, aanvankelijk met de aanduiding fiat insertio en nummer. In de archivistiek wordt dit het resolutiestelsel genoemd. Langzamerhand evolueerden deze besluiten tot besluitenlijsten of agenda's van ingekomen en uitgaande stukken. Van 'echte' notulen, waarin ook de standpunten van met naam en toenaam genoemde leden worden weergeven, is slechts bij een beperkt aantal series sprake.
In de loop van de tijd splitsten zich van de algemene serie notulen van B & W steeds meer series notulen over bepaalde onderwerpen af, zoals die van politiezaken, belastingen, fabrieken, voermanswezen e.d. Sommige series notulen waren al vanaf het begin naast de algemene serie opgemaakt. Door de groei van de bevolking en het toenemende aantal taken raakte ook dit rubriekenstelsel ongeschikt voor de ordening van de gemeentelijke bescheiden.
In 1911 werd bij de nieuw opgerichte afdeling Openbare Werken het dossierstelsel (de zaaksgewijze ordening) volgens de decimale methode van het Nederlands Registratuur Bureau ingevoerd. Utrecht was hiermee de eerste gemeente die deze toen nog experimentele methode toepaste. De stukken werden per zaak ingeschreven in een repertorium, iedere zaak kreeg een classificatienummer en de dossiers werden op dit nummer geborgen. De decimale codering gaf echter problemen en na enkele jaren werd deze vervangen door een eigen systeem van onderwerpen. De zaaksgewijze ordening bleef echter wel gehandhaafd. De meeste afdelingen gingen in de periode 1915-1930 een dergelijk eigen rubriekensysteem hanteren. In enkele andere afdelingen werd het oude resolutiestelsel nog gehandhaafd en werden de stukken chronologisch ingebonden. Van een centraal archief was na 1910 geen sprake meer; het verwerd tot een bergzolder van afdelingsarchieven.
De zaaksgewijze ordening op basis van de decimale code van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten werd per 1 januari 1931 voor de gehele secretarie ingevoerd. Daartoe werd een centrale dossierinventaris met 'Engelse hoofden' in gebruik genomen. Na afdoening gingen de dossiers naar het centraal archief waar de zaaknummers werden vervangen door classificatienummers. De archiefbestanddelen uit de periode 1911-1930 werden zo goed en zo kwaad als dat ging met terugwerkende kracht van de nieuwe classificatienummers voorzien. * 
Bewerking van het archief
Gedrukte bronnen en algemene literatuur
N.B. Alleen betreffende de rol van het gemeentebestuur.
Bijlagen
Aanwijzingen voor het gebruik van inventarisdeel 3
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1911-1969
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969. Deel 3: stukken over afzonderlijke onderwerpen met classificatienummers (1768) 1911-1969 (1990)
Auteur:
J.N. van der Meulen
Datering toegang:
2005
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij inv.nrs. 21759-31277 van dit archief niet in ons eigen depot. U kunt deze stukken inzien door ze aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Bepaalde inv. nrs. - onder meer over de zuivering van ambtenaren na de Tweede Wereldoorlog - zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van de gemeentearchivaris
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1264,59 m
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij inv.nrs. 21759-31277 van dit archief niet in ons eigen depot. U kunt deze stukken inzien door ze aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Thema trefwoorden: