Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Huis Amerongen

1001 Huis Amerongen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het huis Amerongen en zijn bewoners
1001 Huis Amerongen
Inleiding
Het huis Amerongen en zijn bewoners
De eerste vermelding van het huis te Amerongen is uit 1286. De graaf van Holland verklaarde toen Diederik en Borre van Amerongen tot zijn leenmannen wegens het huis dat zij `doen timmeren' te Amerongen. Dit huis, dat wij moeten zien als een soort woontoren, lag aan het oosteinde van een tot de Domproosdij horende moerassige streek, die zich langs de Rijn uitstrekte van Doorn tot Amerongen. Het feit dat er langs de Rijn omstreeks 1234 met behulp van Holland een dijk aangelegd was van Schoonhoven tot Amerongen, kan voor de graaf een motief zijn geweest in dit Stichtse gebied een soort controlepost te vestigen. Dit Hollandse leen bestond echter alleen uit het huis met de omringende gracht en nog wat land aan de kant van de Rijn. De Voorburg viel daar niet onder, evenmin als de andere bezittingen in de omgeving van het huis. Met de heerlijkheid behoorden deze tot de bezittingen van de heren van Abcoude en Gaasbeek. Zij zouden door Jacob van Abcoude van Gaasbeek in 1440 worden verkocht aan de bisschop van Utrecht en in 1459, na Jacobs overlijden, aan het Sticht worden overgedragen. Sindsdien zouden al deze bezittingen als Gaasbeeks leen door de landsheer, resp. de Staten van Utrecht worden uitgegeven.
De Borre van Amerongens, zoals zij zich gingen noemen, bleven tot in de 15e eeuw eigenaar van het huis. De laatste was Bertha van Amerongen, echtgenote van Gerrit bastaard van Culemborch. In hun tijd werd het huis geplunderd, eerst door de Hoeken in 1420, daarna door de Geldersen in 1427. Het huis was nog wel te herstellen, maar geldnood dwong het echtpaar in 1434 tot verpanding van het huis aan Gijsbert van Nijenrode. Pas in 1468 loste Van Culemborch de pandsom in zodat hij weer over Amerongen kon beschikken. Twee jaar later verkocht hij de bezitting aan Willem van Zwieten, die haar 5 jaar later doorverkocht aan Gijsbrecht van Hemert. Vanaf dat ogenblik waren de problemen niet van de lucht. De Culemborchs bestreden de wettigheid van deze verkoop, daarin gesteund door hun vertegenwoordiger Balthasar van Wees die zijn intrek nam op het kasteel. Uiteindelijk wonnen de Van Hemerts deze strijd, maar toen begonnen leden van deze familie onderling te twisten. Hieraan kwam pas een eind toen alle partijen het eens werden over verkoop aan een buitenstaander. De koper werd Godard (Goert) van Reede van Saesveld, die huis en heerlijkheid Amerongen in 1557 verwierf. Van toen af bleven de Van Reedes ruim vier eeuwen onbetwist meester van het huis, de heerlijkheid en overige goederen en rechten.
Godard van Reede kwam uit een Westfaals geslacht maar was gegoed in Overijssel, waar hij verscheidene ambten bekleedde. In Utrecht had hij vaste voet gekregen door zijn huwelijk met Geertruid van Nijenrode, erfdochter van Zuilenstein, dat op de lijst stond van riddermatige hofsteden. Dit zal zijn toelating tot de ridderschap van Utrecht mogelijk gemaakt hebben want aan het bezit van het huis Amerongen, dat pas in 1597 riddermatig werd verklaard, kon hij dit recht niet ontlenen.
Hoewel er nu een eind was gekomen aan de twisten over de eigendom van het huis Amerongen bleef het niet gespaard voor oorlogsgeweld. In 1584 veroorzaakten oorlogshandelingen veel schade aan het huis, maar die was nog te herstellen. Maar nadat de Fransen het in 1673 hadden bezet en geplunderd was geen herstel meer mogelijk; het huis was totaal uitgebrand. De toenmalige eigenaren hebben toen het nu nog bestaande huis doen bouwen. Deze bouw vond plaats tussen 1674 en 1680, voornamelijk onder leiding van de vrouwe van Amerongen, Margaretha Turnor, echtgenote van Godard Adriaan van Reede, welke laatste dikwijls op diplomatieke missies in het buitenland vertoefde. In haar brieven hield zij haar man op de hoogte van de vorderingen en vroeg hem om raad.
De heren van Amerongen vervulden van het begin af belangrijke functies in Utrecht. Als lid van de Ridderschap - dikwijls ook als afgevaardigde naar de Staten-Generaal - kregen zij allerlei ambten en commissies in binnen- en buitenland te vervullen, waardoor een voortdurend verblijf op het huis Amerongen niet goed mogelijk was. Daarom hielden zij ook een huis aan in Utrecht, soms tevens een in Den Haag. Sommigen van hen gingen in het leger en maakten carrière als militair, zoals Godard van Reede-Ginkel, die in de campagne van koning-stadhouder Willem III in Ierland triomfen vierde, en diens zoon Frederik Christiaan, die als generaal in de Zuidelijke Nederlanden vocht en gouverneur-generaal van de stad Bergen in Henegouwen was. Zij zullen Amerongen niet dikwijls bezocht hebben.
Margaret Turnor stierf in 1700. Het huis Amerongen had toen geen vaste bewoner meer, want haar schoondochter Ursula van Raesfelt, die toen als echtgenote van Godard van Reede-Ginkel vrouwe van Amerongen werd, bleef ook na die tijd op haar eigen erfgoed Middachten wonen. Pas na haar overlijden in 1721 nam Henriëtte van Nassau-Zuylestein, weduwe van Frederik Christiaan van Reede, haar intrek op het huis Amerongen, vergezeld van haar minderjarige kinderen. Zij bleef daar ongeveer twintig jaar wonen en liet een grote hoeveelheid brieven en andere documenten na, waaruit het dagelijks leven op Amerongen goed valt te reconstrueren. Dat geldt ook voor de jaren 1765-1795, toen Amerongen bewoond werd door Frederik Christiaan Reinoud van Reede en zijn vrouw Anna Elisabeth van Tuyll van Serooskerken, de laatste bewoners tijdens het ancien regime.
De Omwenteling van 1795 veroorzaakte een breuk. Frederik Christiaan Reinoud van Reede en zijn vrouw namen de wijk naar Engeland, waar hij in 1808 overleed. In 1810 stierf daar ook de oudste zoon. Twee andere zonen en één kleinzoon zijn nog heer van Amerongen geweest, maar zij beheerden Amerongen vanuit de verte, gewend als zij waren aan het leven in Engeland. Ten slotte waren er alleen nog vrouwelijke nakomelingen, van wie de laatste, Elisabeth Maria van Reede, echtgenote van Frederik Child Villiers, van 1852 tot 1879 vrouwe van Amerongen is geweest. Maar ook zij gaf de voorkeur aan Engeland als woonplaats. Wel schijnt zij af en toe op Zuilenstein geweest te zijn, dat zij eveneens bezat, en van waaruit zij Amerongen kon inspecteren. In 1879 maakte zij Amerongen met de bijbehorende goederen over aan haar neef Godard John Charles George graaf van Aldenburg Bentinck, kleinzoon van Jacoba Helena van Reede, echtgenote van Jan Karel van Aldenburg Bentinck. In 1897 erfde hij ook Zuilenstein van haar.
De nieuwe heer van Amerongen heeft het huis grondig gerestaureerd, waarbij het tevens allerlei moderne voorzieningen kreeg, zoals electriciteit en telefoon. De aanvoerwegen werden verbeterd en de introductie van trein en auto hief het isolement op, zodat het huis het hele jaar door bewoond kon worden en een centrum werd van het familieleven. Na de Eerste Wereldoorlog was het gedurende twee jaar (1918-1920) tevens de verblijfplaats van de naar Nederland uitgeweken keizer van Duitsland, Wilhelm II. In 1940 stierf Godard Bentinck. Hij liet het huis na aan zijn kinderen, van wie enkelen het huis bleven bewonen. In 1976 besloot de familie echter het huis en meubilair te verkopen aan de Stichting Utrechtse Kastelen, welke verkoop plaats vond in januari 1977. Sinds 1982 is de Stichting Kasteel Amerongen eigenares. Het kasteel is evenals de omliggende tuinen sinds 1977 opengesteld voor het publiek.
Het landgoed Amerongen-Zuilenstein
De Bylandtse goederen
Overige goederen en rechten
Familiepapieren
De inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
Concordantie
Bijlagen
1. Concordantie
Erfgoedstuk
2. Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1405-1979
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het huis Amerongen 1405-1979
Data-eigenaar:
Het Utrechts Archief
Auteur:
E.P. de Booy
Datering toegang:
2000
Openbaarheid:
De persoonlijke correspondentie van na 1920 (in inv.nrs. 4264-4266, 4300, 4304-4305, 4307, 4309, 4313, 4316, 4318, 4342 en 4349) is niet openbaar tot 2025. Eerdere inzage is slechts mogelijk na toestemming van de inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
104,31 m
Thema trefwoorden:
Opendata trefwoord: