De Raad

De Raad was betrokken bij meer dan alleen rechtspraak. De leden hielpen ook mee met het algemeen bestuur. Alle besluiten en notulen werden tot 1340 opgeschreven in het Liber Albus, ofwel het Witte Boek. Het boek werd in 1340 officieel door de gilden goedgekeurd, wat betekende dat er na die datum niets meer in het boek gewijzigd mocht worden. Dat leverde een praktisch probleem op: wat te doen met recentere wetten en uitspraken van de Raad? Hiervoor werd een kleiner boekje als notitieboek gebruikt: het Liber Hirsutus Minor, ofwel het Kleine Harige Boek.

Omstreeks 1388 besluit de Raad dat het te lastig is om telkens jurisprudentie te moeten opzoeken in het Liber Albus en het Liber Hirsutus Minor en dat er een apart wetboek moest komen. De jurisprudentie in de oudere boeken werd opgezocht en overgenomen. In het nieuwe boek werd alles gesorteerd op onderwerp en het boek kreeg een handige index. Bovendien mochten nieuwe wetten direct in het boek bijgeschreven worden. Het nieuwe wetboek krijgt de bijnaam "het Rode Boek". Het boek heet zo, omdat de leren kaft een heldere rode kleur heeft. De schrijver van het Rode Boek heeft er twee jaar over gedaan om de wetten en besluiten in het nieuwe boek te noteren. Hij maakte de beginletters in kleur met waterverf.

 

In gesprek met de specialist

Nettie Stoppelenburg, medewerker educatie, vertelt waarom het Rode Boek zo’n bijzonder stuk is: "het was een mijlpaal in de ontwikkeling van de stad Utrecht en werd de handleiding voor rechtsspraak. De schepenen vonden het de tijd en het geld waard om iemand twee jaar lang aan het boek te laten schrijven en er een index bij te laten maken" In het boek staan wetten die we tegenwoordig niet meer als rechtvaardig zien. "Burgers kregen steevast een lagere straf dan niet-burgers en een misdrijf van een burger tegen een niet-burger werd ook als minder erg beschouwd".

Door het rode leer en het mooie beslag straalt het Rode Boek iets bijzonders uit. Als Stoppenlenburg het boek aan kinderen laat zien, zien ze het vaak aan voor het grote boek van Sinterklaas. Maar ook op volwassenen maakt het boek indruk. De restauratie van het boek in de jaren 1980 heeft daar zeker aan bijgedragen. Geheel volgens de tijdgeest werd het boek grondig gerestaureerd, maar er zijn nog wel delen van het oude leer en beslag in verwerkt.

De materiële staat van het stuk is dus goed in orde te noemen. Toch wordt het Rode Boek niet ten inzage gegeven op de studiezaal, omdat er fotoreproducties van beschikbaar zijn. Deze staan nog niet online, maar zijn te bekijken in de studiezaal. In het depot op de Alexander Numankade wordt het boek onder optimale omstandigheden bewaard, zodat dit bijzondere boek in topconditie blijft.

 

Het archief

Het Rode Boek is bij Het Utrechts Archief terechtgekomen omdat het opgenomen was in het archief van de stad. Ook het Liber Albus en Liber Hirstus Minor zijn opgenomen in de collectie. Het Rode Boek is in de jaren 1980 ingrijpend gerestaureerd. Beschadigingen aan het paper zijn gerepareerd met speciaal Japans papier en de band is op ambachtelijke wijze opnieuw vastgenaaid. Het leer is deels vervangen, maar het koperbeslag en sluitwerk is nog origineel.

 

Stadsbestuurdersdatabase

In de stadsbestuudersdatabase zijn de namen van alle bestuurders van de stad Utrecht vanaf 1618 opgenomen. Voor de periode 1618-1795 zijn dat de schouten, schepenen, burgemeesters, vroedschapsleden, secretarissen en kameraars. Voor de periode 1795-1813 is er sprake van een wisselende reeks functies. Voor de periode vanaf 1813 tot heden betreft dit de burgemeesters, wethouders, leden van de gemeenteraad en de gemeentesecretarissen. Van al deze personen zijn behalve naam en bijbehorende ambt(en) opgenomen: hun geboorte- en overlijdensdata, de jaren waarin ze deze ambt(en) hebben uitgeoefend en - vanaf 1919 - de politieke partij waarbij zij waren aangesloten. Het is de bedoeling dit overzicht uit te breiden met de periode vóór 1618 en met aanvullende gegevens over de personen.