Sportheld en bestuurder


Op 14-jarige leeftijd zag Anton Geesink een judodemonstratie in stadion Galgenwaard. Vanaf dat moment wilde hij de beste worden in deze nog onbekende sport. Op 17-jarige leeftijd behaalde hij zijn eerste Nederlandse titel en een jaar later werd hij in Parijs Europees kampioen. Als 22-jarige veroverde hij de derde plek tijdens het eerste WK in Tokio, waar hij grote indruk maakte op de Japanners. Teruggekeerd in Utrecht startte Geesink zijn eigen sportschool en was hij naast judoka actief als worstelaar. In 1961 vestigde hij definitief zijn naam als internationale judoheld door als eerste niet-Japanner de wereldtitel te veroveren.

Olympische Spelen


Op 23 oktober 1964 bevestigde Geesink zijn faam door het winnen van de gouden judomedaille bij de Olympische Spelen in Tokio. De houdgreep waarmee hij zijn tegenstander overwon en het gebaar waarmee hij aanstormende supporters van de mat weerde, zijn iconische beelden geworden. De Japanners waren verbijsterd, maar toonden respect. De stad Utrecht ontplofte van vreugde. Er volgden talloze huldigingen, onder meer op het stadhuis, bij het studentencorps en in Wijk C en in de Irenehal, met maar liefst 9.000 bezoekers.

 

Duizendpoot


Anton Geesink was naast sporter ook trainer, (bonds)coach, scheidsrechter en sportbestuurder. Hij publiceerde boeken over judotechniek en ontwikkelde zijn eigen leerplan. Jarenlang was hij adviseur en coach van de Oostenrijkse judobond. In het Zuid-Frankrijk leidde hij ‘s zomers judokampen en tot op hoge leeftijd gaf Geesink judoclinics aan de jeugd in Ponypark Slagharen.

Bij Het Utrechts Archief ligt het complete archief van Anton Geesink, incusief correspondentie, foto's en bonnetjes van de restaurants waar Anton wel eens at. Een rijke verzameling waar ook veel journalisten gebruik van maakten.